top of page

Hoe Verbind je je met Israël? (Deel 1)



Hoe moet onze relatie als Christen zijn met Israël? In Romeinen 11:17-24 vergelijkt Paulus dit vitale, organische verband met het geënt zijn in de Olijfboom van Gods verbondsgezin. Voor een volledig begrip van dit onderwijs, moeten we eerst begrijpen dat de Bijbelse term “Israël” bestaat uit drie hoofdlagen.


  1. Het Joodse Volk: “Israel” (Prins met God) verschijnt voor het eerst als de naam gegeven door God aan Jacob na zijn beroemde worsteling met een boodschapper van God in Genesis 32. In dit fundamentaire stadium is “Israël” eenvoudig de naam die gegeven is aan de grote aartsvader van de 12 stammen van Israël en later aan hun nakomelingschap. Door het verbond identificeert God zich voor eeuwig als “De God van Abraham, Isaac en Jacob…. de God van Israël.” Dus “Israel” vertegenwoordigt de fysieke nakomelingen van deze aartsvaders, die later bekend stonden als het Joodse volk.

  2. De Natie Israël en het Land Israël: Zo’n 400 jaar later heeft de bevolking van de stammen van Israël zich enorm vermenigvuldigd en samen zijn ze klaar een natie te worden. Bij de Sinaï ontvangt het volk de Tora/Wet waarin de basiselementen die hun cultuur, wetten en samenleving bepalen. Nadat ze het Beloofde Land ingegaan zijn is er nog een verbond dat de natie bevestigt als een eeuwig, Messiaans koninkrijk onder David en zijn nageslacht. (2 Samuel 7) Deze natie, dit koninkrijk heeft Jeruzalem – de stad van David – als eeuwige hoofdstad. “Israël” wordt dus zo een natie – met een specifiek land, hoofdstad, economie, enz. – en met de belofte van een toekomstig herstel als het centrum van het wereldwijde, Messiaanse Koninkrijk. (Handelingen 1:6)

  3. Israël, het geredde Overblijfsel: Hier worden de zaken een beetje ingewikkeld. In het NT en vooral in de theologie van Paulus, leren we dat er in iedere generatie een geestelijke deelgroep is van het bredere Israël – een gered overblijfsel waarin de volheid van Gods beloften aan Israël gerealiseerd worden. Aan de buitenkant ziet deze groep Joodse mensen eruit als ieder ander en spreekt dezelfde taal; maar vanbinnen, hun hart is wedergeboren, “besneden” en verzegeld door de Heilige Geest. Zelfs als blijkt – wat het geval was in het meeste van de geschiedenis – dat de meerderheid van de Joodse mensen niet trouw beantwoordden aan Gods genadige openbaring voor die generatie, Gods Woord van belofte aan de hele natie is nog steeds waar vanwege het heilige overblijfsel. (Romeinen 11:16) Dit is net zo waar als in de dagen van Elia, van Paulus en onze dagen – omdat “niet heel Israël is Israël.” (Romeinen 9:6; 11:1-7) Wat meer is, nu onder het Nieuwe Verbond kunnen zelfs gelovige heidenen “geënt” worden in deze verbondsolijfboom van geloof in de reddende genade van de God van Israël. (Romeinen 9:24; 11:17) Dus, Israël is het overblijvende volk van geloof in Jezus – eerst de Jood & ook de niet-Jood, samen als “Een Nieuwe Mens.” (Efeze 2:15)


Samenvattend: 1 & 2 verwijzen naar Israël als fysieke werkelijkheden, terwijl 3 verwijst naar Israël op een meer mysterieuze, geestelijke manier. Alle drie zijn Bijbels waardige uitdrukkingen van wat de Bijbel bedoelt met “Israël”, en we kunnen onszelf op verschillende tijden verbinden met de een of de ander. Maar Romeinen (vooral 11:11-26) en Efeze (2:11-3:6) leren dat de “volheid” van de openbaring van Gods plan voor Jood & Heiden (Israël en de Naties) afhankelijk is van ons juiste onderscheiden van Zijn prioriteiten van “enten” in de Olijfboom. De brieven van Paulus leren ons dat onder het Nieuwe Verbond de volheid van het geheimenis van Gods bedoeling voor Israël gevonden is in Christus (Messias), en door het samenvoegen van de relaties tussen Jood en Heiden naar al Zijn verbonden met Israël – volk, natie en overblijfsel!


(In deel II zullen we bekijken hoe die relaties eruitzien in de praktijk.)


bottom of page