De Oorlog en het Dispuut Over de Wijk Sheikh Jarrah
- Asher Intrater
- Jun 2, 2021
- 3 min read

Als je naar het noorden loopt uit de Oude Stad Jeruzalem door de Damascus Poort op route 1, dan zie je een enorm ontwikkelingsgebied aan toeristenhotels aan de rechterkant van de straat en het Ultra Orthodoxe Meah Shearim gebied aan de linkerkant.
Een klein eindje verder op de weg zie je de ingang naar Sheikh Jarrah. Daarna kom je bij het centrale hoofdkwartier van de Israëlische grenspolitie en uiteindelijk het prestigieuze French Hill, de wijk van de Hebreeuwse Universiteit. De hele wandeling duurt maar ongeveer een uur, gaat over 4 kilometer. Alles is heel dichtbij.
Mensen met diametraal tegenovergestelde wereldvisies en zelfs intense wederzijdse haat wonen op een steenworp afstand van elkaar. De Sheikh Jarrah wijk ligt in een overlappend gebied, grenzend aan het door Arabieren bevolkte Oost Jeruzalem en het door Joden bevolkte West Jeruzalem. De buurt is behoorlijk welgesteld met verschillende internationale consulaten evenals het beroemde Amerikaanse Colony hotel.
De huidige onenigheid over de wijk Sheikh Jarrah heeft een gecompliceerde geschiedenis. Toen ik ging zitten om deze verklaring te schrijven kwam er een nieuwsbericht op de televisie over een terroristen auto die zich boorde in een groep politiemensen in de buurt, 6 gewonden.
Het verhaal begint al in 1890, tijdens het Turks Ottomaanse bewind. Een groep Joden kocht een stuk grond om een plaats te creëren om het graf van “Simon de Rechtvaardige” heen, hogepriester uit de periode van de tweede Tempel.
Dit gebied lag naast de Arabische buurt, die genoemd was naar Sheikh Jarrah, persoonlijk arts van Salah A-din uit de 12e eeuw. De twee buurgemeenschappen leefden in een relatieve, zij het ongemakkelijke, harmonie tot de Onafhankelijkheids oorlog in 1948.
Toen vluchtten de Joodse families en nam Jordanië het gebied over van de Britten. Jordanië erkende het Joodse eigendomsrecht van de huizen, maar lieten Palestijnse vluchtelingen erin wonen. In 1967 nam Israël het gebied weer in tijdens de Zes- Daagse Oorlog.
Het overzicht over het land werd gegeven aan twee comités, een aan de Sefardische Joden en een aan de Askenazische Joden, toch kregen de Palestijnen, die in de huizen woonden, speciale privileges als lange termijn huurders met het recht er te blijven wonen.
Door de tijd heen weigerden de bewoners het Joodse eigendomsrecht te erkennen en weigerden huur te betalen. In 2001groeide het conflict over het gebied, toen andere Joden het stuk wilden ontwikkelen. Palestijnse groepen en links Israëlische activisten begonnen protestdemonstraties te houden in de omgeving.
Het Hoge Hof van Israël probeerde een beslissing uit te stellen, maar moest tenslotte het Joodse wettige recht van eigendom erkennen. Dit bracht rechtsextremisten groepen in het gebied, die eisten dat de Palestijnse bewoners vertrokken.
Hierbij moet worden opgemerkt dat het maar 13 huizen zijn waar het nu over gaat, terwijl het totale aantal waarover getwist werd sinds 2001, minder dan 60 is. De recente gewelddadige confrontatie tussen de linkse en rechtse flank protesten in deze problematische buurt barstte los vlak voor het uitbreken van de gevechtsaanvallen, en waren deel van de opschudding die leidde tot de oorlog.
Hoewel ik een sterk geloof heb in de Bijbelse, historische en morele rechten voor Joden om waar dan ook te wonen in het land Israël, zie ik persoonlijk geen praktisch voordeel de gezinnen uit te zetten, die er 70 jaar gewoond hebben. Het was misschien wijzer geweest in deze situatie naar een compromis te zoeken.
Persoonlijk: toen wij aankwamen in Israël in de vroege jaren 90, woonde mijn gezin, inclusief onze kleine kinderen binnen loopafstand van Sheikh Jarrah.
Bidt alstublieft met ons mee voor wijsheid voor de rechters en de regering in deze zaak, en in het bidden voor de harten van de Joden evenals de Arabieren in dit land.