
“Oh Wow!” flapte ik er per ongeluk uit.
“Gaat er iets fout?” vroeg Betty bezorgd.
“Integendeel,” was mijn antwoord. “In mijn dagelijkse Bijbellezing kom ik nu toe aan Johannes hoofdstuk 1. Ik ben nog steeds opgewonden over het dagelijkse lezen van de Schrift en vandaag helemaal, nu ik Johannes 1 weer lees.”
Toen ik begon te lezen, sprongen de eerste paar woorden al van de bladzij af.
Johannes 1:1 – In het begin was het woord…
(Grieks: En archí ín o lógos). Het WOORD is de LOGOS. En het was daar vanaf het begin. “In het begin” is natuurlijk de openingszin, de allereerste woorden van Genesis hoofdstuk 1. Dat is hoe de Joden verwijzen naar het boek Genesis als geheel: In het Begin, B’reshit, בראשית
“Oh Wow!” riep ik weer uit.
De betekenis en het belang van die bewering raakte me. Het is een compacte bewering die Genesis verbindt met Johannes, het begin en het eind. De gevolgen zijn enorm. Laten we ze eens bekijken in vijf sleutel aspecten:
1. Schepping – Het fysieke universum werd geschapen door een geestelijke God, door het gebruik van woorden. God zei: Er zij… en daar was het. Woorden zijn de brug tussen het geestelijke en het fysieke – het scheppingsinstrument. Eerst is er een geestelijk concept, wat vervolgens een gedachte wordt in woorden van de ziel. Het wordt fysiek uitgesproken de wereld in, in gesproken vorm. Dit begrijpen is fundamenteel voor het bijbels geloof.
(Psalm 33:6, Hebreeën 11:3).
Het produceren van een “ding” wordt gedaan door het tot aanzien spreken. Verbazend, in het Hebreeuws betekent het woord DAVAR, דבר beide, “ding” en “woord” Een woord is een ding en een ding is een woord.
2. Messias – Het is duidelijk uit het vervolg van Johannes 1 dat het Woord ook Yeshua, de Messias is. De christos en de logos zijn één. Het Woord was de tussenpersoon van de schepping en Christus is de personificatie. (Colossenzen 1:15-20) Toen het profetische woord gesproken werd, was het Woord zelf YHVH of de pre-incarnatie van Yeshua als de Engel van de HEER (bij voorbeeld 1 Samuël 3:7, 10) De naam van Yeshua wordt “het Woord van God” genoemd – Openbaring 19:13.
[NB: Kaufman Kohler in de Joodse Encyclopedie over “Memra”, (Aramees voor “woord”) citeert veel voorbeelden van de “personificatie” van het Woord en beschrijft Memra als: …het creatieve of directieve woord of spraak van God die Zijn kracht manifesteert in de wereld van zaken en gedachten; een term die speciaal gebruikt wordt in de Targum als vervanger voor “de Heer” als een antropomorfe uitdrukking vermeden moet worden.]
3. Schrift – Het “woord” of “logos” verwijst ook naar de Schrift. De Wet, Profeten en het Nieuwe Testament zijn alle logos. Yeshua is de verpersoonlijking van de logos; de schriften zijn de “geschreven logos” die van Hem getuigen. Zoals er een gesproken woord en een levend woord, is er ook een geschreven woord.
De belangrijkste beweringen van God en over God, die bedoeld zijn voor de hele mensheid om te lezen, zijn opgetekend in de Bijbel. Dit aspect van de logos wordt de graphe – de schrift. Wat een geweldig voorrecht hebben wij, dat we in staat zijn iedere dag het geschreven woord te lezen!
4. Profetie – In de Wet en de Profeten was de gave van profetie een unieke ervaring, dat God tot slechts enkelen sprak. Die gave is uitgebreid in het Nieuwe Testament na de uitstorting van de Heilige Geest op Shavuot, Pinksteren, in Handelingen 2. Nu kunnen de “enkelingen” iedereen zijn die gelooft in Yeshua, wandelt in gehoorzaamheid en luistert naar de innerlijke stem van de Heilige Geest.
God leeft en spreekt tot Zijn kinderen. Het woord van God dat we van binnen horen wordt vaak rhema genoemd. We kunnen allen profeteren als we God horen. Aangezien God kan spreken tot ieder van ons, weten we allemaal een deel van de waarheid en profeteren daarom ten dele de waarheid die aan ons geopenbaard was. I Korinthe 13:9, 14:31
5. Proclamatie – Het beschikbaar hebben van het woord in Yeshua, in de Schrift en in profetie, zou de manier waarop wij spreken moeten veranderen. Ieder woord dat onze mond uitgaat heeft meer invloed dan we ons kunnen voorstellen. We zijn gemaakt naar het beeld van God en kunnen spreken als geen dier kan. Dat is een goddelijke gave.
Dood en leven zijn in de macht van de tong – Spreuken 18:21. We zouden geen onzinnige dingen moeten zeggen.– Mattheüs 12:36. We moeten woorden spreken die anderen mensen opbouwen - Efeze 4:29. Woorden gesproken in geloof kunnen bergen verzetten. Markus 11:23.
We kunnen eenvoudig een tekst hardop lezen en daardoor ons geloof proclameren. In zekere zin “spreken” we samen met God. Dit is de betekenis van “bekennen”, of “mee-kennen”: een woord spreken, samen met het woord van de Heer. Spreken in het Grieks is logeo. Samenspreken of hetzelfde zeggen is: homo-logeo.
In het begin was het Woord. In het eind zal het Woord zijn. Het Woord van God is van begin tot eind! Oh Wow!