Meisjes, Goud en Eer
top of page

Meisjes, Goud en Eer



Als een man Gods zijn bestemming moet vervullen, als hij vrucht moet dragen voor het Koninkrijk van Yeshua (Jezus), als hij moet wandelen in intimiteit met God en integriteit naar mensen, moet hij uitkijken voor drie geestelijke gevaren die iedere man tegenkomt. Deze drie gevaren kunnen gezien worden als de drie primaire testen van discipelschap. Ze vertegenwoordigen de basis verleidingen van de wereld, het vlees en de duivel. Daarom, ze zijn er altijd, of je jong bent of oud. We kunnen ze in de volgende eenvoudige zin samenvatten: “MEISJES, GOUD EN EER.”

 

Meisjes

 

Hier hebben we het niet over de gezegende vreugde van seksuele en romantische relaties tussen een man en een vrouw in het huwelijksverbond. Die zegen komt van God en wordt gevonden in het begin van Genesis. Door “meisjes” bedoelen we hier het tegengestelde: de verleiding waardoor een man door lustgevoelens de grens over gaat naar seksuele zonde, of zijn verbeelding gedomineerd wordt waardoor zijn persoonlijke relatie met God verzwakt of helemaal verdwijnt.

 

Aangezien de man-vrouw relatie zo’n fundamentele zegen van God is, is de verleiding om overboord te gaan even krachtig. Onze relatie met God wordt ook beschreven als een “geestelijke huwelijks eenheid.” Daarom zijn romantische fantasieën vaak moeilijk te beheersen omdat ze een deel van het hart raken dat gereserveerd is voor onze intieme relatie met God.

 

We zijn “liefdes wezens”, geschapen om God lief te hebben en elkaar. De lijn tussen liefde en lust is duidelijk gedefinieerd door het verbond: het verbond van het huwelijk en ons verbond met God.


Tegen lustgevoelens moet actief gevochten worden en agressief. Een voornemen van eenvoudig “niet zondigen” zal niet werken. Yeshua bestrafte de gemeente in Thyatira dat ze zelfs de geest van Izebel “toelieten” en seksuele immoraliteit (Openbaring 2:20). Timotheüs wordt door Paulus (Saulus) aangeraden om de lust van de jongeren te “ontvluchten” (I Timotheüs 6:11; II Timotheüs 2:22), niet alleen om “niet te zondigen”. De weg naar heiligheid is ons te distantiëren van overspel (I Thessalonicenzen 4:3). Niet alleen het “niet te doen”.

 

Een man moet nooit alleen in een gesloten kamer of gebouw zijn met een vrouw die niet zijn vrouw is, (of naaste familie) wanneer of waarom dan ook – inclusief “gebed” en “counseling”.

In deze dagen van wilde Izebel geesten, is het probleem niet alleen er een van zonde, maar ook van beschuldiging (en rechtszaak) zelfs als er helemaal geen zonde bedreven was.


Goud


God zegent ons niet alleen geestelijk maar ook materieel. Dat materiele voorspoed uiteindelijk Gods wil voor ons allemaal is, is te zien in de beschrijving van de Hof van Eden, het verbond van Abraham, de zegeningen van de Tora, het goddelijke koninkrijk van Israël, de nieuwe hemel en aarde etc. Toch vertegenwoordigt die zegen ook een verleiding.

 

De afgelopen paar jaar hebben een aanval van rechtszaken gezien tegen regeringsambtenaren van Israël vanwege financiële corruptie. Het wangebruik van financiën in de Christelijke bediening is pijnlijk geweest. Zakenlieden over de wereld zijn gewantrouwd vanwege hebzucht. Het is moeilijk voor God mensen te vinden die Hij de bronnen van deze wereld kan toevertrouwen. (Een van hen ken ik, - “D”, een man met vier jonge kinderen, die miljoenen weggeeft, toch dagelijks werkt in alle nederigheid; en zijn gezin leeft eenvoudig. Het kan voorkomen.)

 

Het gebruik van financiën in deze wereld is een TEST van trouw om regeringsautoriteit te ontvangen in de komende wereld. (Omdat je trouw geweest bent in het kleine, krijg autoriteit over tien steden” – Lukas 19:17. “Als u dan wat betreft de onrechtvaardige mammon niet trouw bent geweest, wie zal u het ware toevertrouwen?” – Lukas 16:11) Er is geen gebrek aan financiële bronnen, maar een gebrek aan betrouwbaar rentmeesterschap.

 

Het is niet genoeg om eenvoudig “niet te stelen”. We moeten agressief en actief zijn in zowel vrijgevigheid als integriteit. Als er kosten zijn in de bediening en cash donaties, moeten we ons bezig houden met het juiste ontvangen en verantwoordelijkheid. We gaan niet “gewoon om” met legale vereisten; we proberen een voorbeeld te zijn van correct ontvangen

 (“Ik woog voor hen het zilver af, het goud en de voorwerpen, het offer voor het huis van onze God… Bewaak en bewaar het tot u het afweegt in de tegenwoordigheid van de priesters” – Ezra 8:25-29. “Wij probeerden het immers te vermijden dat iemand ons verdacht zou maken vanwege dit grote bedrag waar wij zorg voor dragen, niet alleen voor de Heere, maar ook voor de mensen.” II Korinthe 8:20-21).

 

We zijn niet alleen bereid te geven, maar ook gefocust om geld te doneren aan doelen die mensen zullen zegenen en het koninkrijk van God bouwen. Het kost geconcentreerde moeite om meer geld te geven dat een werkelijk verschil in de wereld zal maken en veel vrucht dragen.

 

Eer

 

De wortel van de rebellie van Satan was zijn jaloezie op Gods eer, vooral toen hij zag dat God bereid was die eer te delen met iemand anders (in dit geval Adam). God is gevuld met eer en ons ultieme doel is met Hem de delen in die eer. (Romeinen 8:30; Hebreeën 2:10; I Korinthe 2:7). Deze grote zegen vertegenwoordigt ook een grote verleiding.

 

Yeshua’ s eigen discipelen argumenteerden over wie de grootste was in de tijd waarin Hij hun verklaarde dat Hij gekruisigd zou moeten worden (Lukas 22:24, Markus 9:30-35). Nederigheid is de enige manier om de grote dingen te bereiken die God voor ons wil. Wij moeten onszelf vernederen, niet wachten tot Hij dat voor ons doet.

 

Johannes de Doper geeft ons een groot voorbeeld van nederig blijven in de bediening. Hem werd gevraagd: “Bent u de Messias?” Hij antwoordde eenvoudig: “Dat ben ik niet”. “Bent u Elia?” Weer antwoordde hij: “Dat ben ik niet”. “Bent u de Profeet?” En weer: “Dat ben ik niet.” -Johannes 1:19-21. Johannes was niet alleen waarheidsgetrouw, maar hij bewaakte zich ook herhaaldelijk, meedogenloos voor de opdringerige invloed van trots.

 

Yeshua leerde ons dat, of we nu veel eer ontvangen of geen eer, we onszelf moeten zien als eenvoudige dienstknechten, die eten voor onze meester bereiden. (Lukas 17:10).

 

Lust is bedrieglijk (Efeze 4:22); geld is bedrieglijk (Markus 4:19); eer is bedrieglijk (Lukas 4:6). Laten we ons niet voor de gek houden. Als dienaren van de Heer moeten we blind en doof zijn  (Jesaja 42:19) – niet geestelijk of fysiek, maar voor de verleidingen van de wereld, het vlees en de duivel. Als kinderen van God en discipelen van Yeshua, laten we wandelen in overwinning in deze drie basis gebieden: meisjes, goud en eer.



bottom of page