Menora
- Asher Intrater

- Dec 13
- 1 min read
Tikkun Global
Jerusalém, Israel

De Bijbel spreekt over de Menora, of kandelaar, op drie niveaus: één in de Tora, één in de Profeten en één in het Nieuwe Verbond. Mozes kreeg de opdracht een zevenarmige, gouden kandelaar te bouwen en deze in het Heilige van de Tabernakel te plaatsen (Exodus 25:31–40). De priesters moesten zorg dragen voor de kandelaar, maar er werd geen duidelijke uitleg gegeven over de geestelijke betekenis van de Menora.
Dit is de kandelaar die volgens de overlevering door de Makkabeeën opnieuw werd ingewijd en die wordt herdacht tijdens het feest van Chanoeka. De kandelaar van Chanoeka heet in het Hebreeuws een Chanukia. Deze heeft 9 lichten (voor 8 dagen en 1 om de andere aan te steken). Het is GEEN replica van de Tabernakel-Menora, maar is in de Joodse religieuze traditie wel op een bepaalde manier representatief geworden voor deze Menora.
Op het tweede niveau zag de profeet Zacharia een visioen van een mystieke Menora, met twee olijfbomen, één aan elke kant. Dit symboliseerde hoe de Heer Sion en de Tempel zou herstellen door de kracht van Zijn genade en Geest (Zacharia 4:1–10). Dit visioen werd de basis voor het symbool en het zegel van de moderne staat Israël.
Het derde niveau vinden we in het boek Openbaring, waarin Johannes een bovennatuurlijk visioen heeft van Yeshua in een verheerlijkte gedaante, staande te midden van zeven kandelaren, die de zeven gemeenten van Klein-Azië vertegenwoordigen (Openbaring 1:12, 20). Deze staan symbool voor alle typen en stromingen die samen de internationale ecclesia vormen.


