top of page

Worm Identiteit


Yeshua roept ons “achter Hem aan te gaan”. Dat betekent onder andere “aan Hem gelijk te worden” (Filippenzen 3:10). We worden als Hij als ons goddelijk beeld van de schepping in Adam in ons hersteld is (Genesis 1:26).


Gevormd worden naar Zijn beeld is een levenslang proces met hoogte- en dieptepunten.

Door dit alles zijn wij geroepen te wandelen in diepe nederigheid en uiteindelijk verheerlijkt te worden met Hem als andere “zonen” tot onze hemelse Vader (Hebreeën 2:10).


Als ik denk aan de nederigheid van het kruis, denk ik aan een “worm” identiteit.


“Ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen en veracht door het volk.” (Psalm 22:7)

וְאָנֹכִי תֹולַעַת וְלֹא־אִישׁ חֶרְפַּת אָדָם וּבְזוּי עָם

Psalm 22 is bekend als profetisch beeld van de gekruisigde Messias – wat het grootste moment beschrijft van opofferende liefde en geloof in de geschiedenis. De uitdrukking “Ik ben een worm” is een geestelijke reflectie van hoe Yeshua zich voelde als de zwakste en laagste van alle schepsels.


Vaak, als we ons minderwaardig voelen, denken we dat we God missen. David voelde zich zo laag op persoonlijk niveau dat hij zich uitsluitend kon vergelijken met een worm. Toch is dit in feite een aanmaning die ons eraan doet denken om gelovig in lofprijs en aanbidding en gehoorzaamheid te wandelen, zelfs midden in zware vernedering en afwijzing.


Dit klinkt misschien deprimerend. Hoewel, onze beroerde ervaringen kunnen later gezien worden als positief vanuit het perspectief van de eeuwigheid. Je goed voelen is niet echt de mate van geestelijkheid en ware vroomheid. We moeten een overwinnend geloof hebben, maar dat is niet hetzelfde als “zelfvertrouwen”. Een moment van eeuwige overwinning kan het tijdelijke gevoel hebben van “een worm zijn”.


In tijden van nederigheid zouden we ons aan de Heer moeten overgeven. Denk eens na, Jozef zat in een gevangenis in Egypte totdat hij opeens bevrijd werd. We kunnen alleen opgeheven worden tot de mate waarin we God vertrouwen in de laagste tijden.


Nog een belangrijke overweging is dat als alles goed gaat, we geneigd zijn God te vergeten; en als we door moeilijkheden gaan, dan houden we ons meer aan Hem vast. Dat is het geheim: niet de hoge plaats of de lage, maar de intimiteit met God.


Aangezien we even dicht bij God kunnen zijn in negatieve als in positieve tijden, zouden we ze evenwichtig moeten ontvangen. Hoog of laag, in armoede of overvloed, in troost of aanval, onze wens is de ervaring delen met de Heer (Filippenzen 4:12). Dat is onze mate van overwinning.


Veel van de vroege discipelen werden gekruisigd door slechte mensen om hun geloof te bespotten. Toch beschouwden ze het als een eer en privilege om de ervaring van Yeshua te delen (Johannes 21:18). Dat is het “meer dan overwinnaar” zijn (Romeinen 8:37).

Het woord tola’at (worm) door de Schrift kan ook verwijzen naar de kleur scharlaken of karmozijn. Dit soort worm produceerde een prachtige diep-rode kleur, die gebruikt werd in de priesterkleding en het weefsel in de tabernakel. Is er een metaforische les voor ons in de lage positie van de worm die de glorieuze kleur van de priester wordt?


Dit beeld brengt ook de rups in je gedachten. Hij begint als een laag wezen als een worm. Dat gaat hij in een half-dood stadium, in de cocon. Uiteindelijk wordt hij getransformeerd in een prachtige vlinder, vliegend in de lucht. Op dezelfde manier vernederen wij onszelf, verenigen ons met Yeshua in Zijn dood en ontvangen de belofte van de opstanding.


God is zo goed en zo krachtig. Zelfs tijdens de ergste worm-achtige ervaringen, kunnen we de situatie omarmen en God ons laten opheffen van het laagste naar het hoogste. Je voelt je misschien als een worm, maar God verandert de worm in een verblindende glorie.

bottom of page